Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „stellen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

stel·len <stelde, h. gesteld> [stɛlə(n)] VERB trans

1. stellen (in een toestand, positie (aan)brengen):

stellen
stellen
iem iets beschikbaar stellen
zich borg stellen
zich borg stellen

2. stellen (plaatsen, neerzetten):

stellen
stellen
iets/iem in de plaats stellen van
iets te boek/op papier stellen
iem iets ter hand stellen

4. stellen (doen, uiten):

stellen
een vraag stellen

5. stellen (voorschrijven):

stellen
als regel stellen
als regel stellen
eisen/voorwaarden stellen

6. stellen (vaststellen):

stellen
stellen
een diagnose stellen
een termijn stellen

7. stellen (veronderstellen):

stellen
stellen
ausgehen von +Dat
stellen
(ge)stel(d) dat dit zo is
(ge)stel(d) dat dit zo is

8. stellen (beweren):

stellen
stellen

9. stellen (begroten) + op:

stellen
stellen

10. stellen (achten):

stellen
stellen

11. stellen (voor een functie aanwijzen):

stellen
iem ten voorbeeld stellen

13. stellen (opstellen):

stellen
stellen
stellen
een brief/rekest stellen
goed stellen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski